1 Samuël 12:5
Print
Toen zei Samuel: "De Heer en de koning zijn er dus nu getuige van dat ik niemand iets schuldig ben." Ze antwoordden: "De Heer is getuige."
‘De Here en zijn gezalfde koning zijn mijn getuigen,’ verklaarde Samuël daarop, ‘dat u mij er nooit van kunt beschuldigen u te hebben beroofd.’ ‘Ja, Hij is onze getuige,’ bevestigden zij.
BasisBijbel (BB) © stichting BasisBijbel 2013 Gecorrigeerde tekst © 2015 Alle rechten voorbehouden Uitgegeven bij de ZakBijbelBond: 2016; Het Boek (HTB) Het Boek Copyright © 1979, 1988, 2007 by Biblica, Inc.® Used by permission. All rights reserved worldwide.